Historie
In 1903 vloog het eerste vliegtuig met een motor. De gebroeders Wright maakten een sprongetje van rond de 60 meter. Fietsenmakers borduurden echter voort op het werk van een Duitser, Otto Lilienthal, die tussen 1890 en 1896 experimenteerde met simpele vliegertoestellen.
Hij maakte er een hobby van om met houten geraamtes, overtrokken met stukken doek, van heuvels en torens af te springen. Zo maakte hij meer dan 1000 vluchten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had het vliegtuig zich ontwikkeld tot een bruikbare machine. Zozeer zelfs, dat men Duitsland na de overgave te gevaarlijk achtte. Duitsers mochten geen motorvliegtuigen meer hebben en dit werd vastgesteld in het verdrag van Versailles.
Ze zochten een andere manier om de luchtsport te blijven beoefenen en zo ontwikkelde de zweefvliegerij zich langzaam tot de geavanceerde sport die het vandaag is.
Eerste zweefvlucht Otto Lilienthal: | omstreeks 1891 |
Eerste zweefvlucht in Nederland: | 6 april 1930 |